Wie als zelfstandige werkt via een vennootschap, kent ongetwijfeld het kluwen van regels, boekhoudkundige verplichtingen en fiscale afwegingen. Maar in die wirwar schuilt ook een kans die veel zelfstandigen nog niet benutten: beleggen met je vennootschap. Want waarom zou je het geld op de bank laten slapen als het ook voor jou aan het werk kan gaan?
Het goede nieuws is dat je met een beetje inzicht en voorbereiding perfect kan starten met beleggen binnen je vennootschap. Of je nu een managementvennootschap hebt, een kleine BV in hoofd- of bijberoep runt, of als consultant werkt: er zijn manieren om je overtollige cash slim te investeren. Maar voor je al enthousiast op de ‘kopen’-knop duwt, is het wel belangrijk dat je de spelregels kent.
Waarom beleggen met je vennootschap interessanter kan zijn dan privé beleggen
Er zijn heel wat redenen waarom ondernemers en zelfstandigen ervoor kiezen om via hun vennootschap te beleggen in plaats van privé. En ja, dat heeft voor een groot stuk met belastingen te maken — maar niet alleen. Laten we even eerlijk zijn: geld op een klassieke bedrijfsrekening brengt tegenwoordig amper nog iets op. De inflatie snoept ondertussen stilletjes de waarde van dat slapende kapitaal weg.
Beleggen met je vennootschap is dan een manier om die cash niet gewoon op te potten, maar om ze rendement te laten genereren. Als je bijvoorbeeld jaarlijks 10.000 tot 100.000 euro overschot hebt in je vennootschap, dan is dat geld dat je in aandelen, obligaties of zelfs vastgoed zou kunnen laten renderen.
Het grote voordeel? Je betaalt in je vennootschap maar 25% (of 20% voor kleine vennootschappen op de eerste schijf van €100.000 winst) vennootschapsbelasting. Als je dus die winst niet uitkeert aan jezelf, maar opnieuw inzet via beleggingen, werk je binnen dat fiscaal voordelig regime. Bovendien: als je investeert in aandelen en dividenden ontvangt, betaal je als vennootschap vaak géén of minder roerende voorheffing, afhankelijk van het land en het dubbelbelastingverdrag.
Let wel: wie alles meteen uit de vennootschap haalt om privé te beleggen, betaalt sociale bijdragen en personenbelasting. Dan ben je al snel 40 tot 50% kwijt. Binnen je vennootschap hou je dus meer over om mee te beleggen, al komt er ook iets meer administratie bij kijken.
Welke beleggingen zijn mogelijk binnen een vennootschap?
In theorie kan je als vennootschap zowat alles beleggen waarin je als particulier ook zou kunnen beleggen. Toch zijn er een aantal nuances, vooral als het aankomt op fiscaliteit, boekhouding en liquiditeit. De meest voorkomende opties zijn:
- Aandelen en ETF’s: Beleggen in beursgenoteerde aandelen of indexfondsen is populair bij vennootschappen. Zeker met een lange beleggingshorizon biedt dit veel potentieel. Je vennootschap kan makkelijk via een broker zoals Bolero, Lynx of DeGiro een effectenrekening openen.
- Obligaties: Wie op zoek is naar iets meer zekerheid en minder volatiliteit, kan kiezen voor bedrijfs- of staatsobligaties. Die leveren meestal een vaste rente op.
- Vastgoed: Via een vennootschap vastgoed aankopen is perfect mogelijk. Denk aan een appartement, een garagebox of zelfs een bedrijfsruimte. Hou wel rekening met registratierechten, btw en eventuele belastingen op meerwaarde.
- Cash of termijnrekeningen: Niet sexy, maar wel veilig. Sommige zelfstandigen kiezen ervoor om een deel van hun cash in termijnrekeningen met hogere rente te steken. Zo blijf je liquide maar krijg je toch iets meer rendement.
Persoonlijk raad ik aan om met een combinatie te werken. Spreid je beleggingen, want je weet nooit wanneer een sector tijdelijk in de lappenmand ligt. Zelf werk ik binnen mijn eigen vennootschap met een 60/40-verdeling tussen ETF’s en individuele aandelen. Vastgoed heb ik bewust buiten de vennootschap gehouden — maar dat is een persoonlijke keuze, en afhankelijk van je strategie.
Welke valkuilen moet je vermijden als je belegt met je vennootschap?
Er is geen wet die zegt dat vennootschappen niet mogen beleggen. Maar de fiscus en de boekhouder kijken wél mee. En sommige keuzes kunnen je zuur opbreken. Eén van de belangrijkste aandachtspunten is de zogenaamde “overgedragen verliezen” vermijden. Want als je een groot beleggingsverlies boekt binnen de vennootschap, kan dat je balans aantasten en gevolgen hebben voor je toekomstig krediet of je solvabiliteit.
Daarnaast is er ook het fameuze VVPRbis-systeem en de DBI-aftrek (Definitief Belastbare Inkomsten). Die zijn van toepassing op dividenden uit bepaalde Belgische of Europese aandelen, en kunnen de belasting op dividenden drukken tot 0%. Maar je moet dan wel aan specifieke voorwaarden voldoen, zoals de participatievereiste (10% of minstens €2,5 miljoen) en de houdperiode.
Een andere valkuil is liquiditeit. Wat als je plots een investering moet doen voor je bedrijf? Dan is het niet handig als al je cash vastzit in aandelen die net op een dip staan. Daarom is het verstandig om altijd een reservepotje vrij beschikbaar te houden. Ik hou persoonlijk altijd minstens zes maanden werkingskosten in cash aan, gewoon om met een gerust hart te kunnen ondernemen.
Tot slot: begin niet te gokken. De beurs is geen casino. Het feit dat je vennootschap isoleert van je privévermogen betekent niet dat je roekeloos moet handelen. Spreid je beleggingen, kies voor kwaliteitsvolle activa, en blijf consequent.
Hoe begin je concreet met beleggen via je vennootschap?
Het opstarten van een beleggingsstrategie binnen je vennootschap hoeft niet complex te zijn, maar een goede voorbereiding is wel cruciaal. Begin met een gesprek met je boekhouder. Vraag of je vennootschap effectief cash over heeft die niet nodig is voor operationele kosten of investeringen op korte termijn. Beleggen doe je met geld dat je minstens enkele jaren kan missen.
Daarna open je een effectenrekening op naam van je vennootschap. Dit kan bij een bank of online broker. Let op de kosten, want sommige banken rekenen hoge transactiekosten voor vennootschappen. Online brokers zijn vaak een stuk goedkoper, maar bieden soms minder ondersteuning of rapportering.
Eenmaal je rekening actief is, kies je een strategie. Ga je voor maandelijkse investeringen in ETF’s? Wil je dividendaandelen aankopen en laten renderen? Of kies je voor een mix met obligaties? Hier is discipline belangrijk. Veel zelfstandigen maken de fout om impulsief te kopen op basis van nieuwsberichten of een tip van een collega. Beter is om een plan op te stellen en dat consequent te volgen.
Wat ook loont, is een jaarlijkse herziening van je portefeuille. Niet te vaak switchen — dat is zelden winstgevend — maar wel af en toe bijsturen waar nodig. Ik stel elk jaar rond januari mijn portefeuille opnieuw in vraag. Wat heeft goed gewerkt? Wat kan beter? En is mijn liquiditeit nog op peil?
Wat als je ooit je vennootschap stopzet?
Een niet onbelangrijke vraag. Want wat gebeurt er met je beleggingen op het moment dat je beslist om je vennootschap stop te zetten of op te doeken? Dan komt het moment van de waarheid: je zal die beleggingen ofwel moeten verkopen, of overdragen naar je privévermogen. En dat brengt meestal belastingen met zich mee.
Bij een stopzetting wordt het volledige vermogen van de vennootschap – inclusief de meerwaarde op je beleggingen – belast. Meestal via een liquidatiebonus of een dividenduitkering, waarop je 30% roerende voorheffing betaalt. Dat is pittig, maar met een goede voorbereiding kan je dit deels plannen of spreiden. Sommige zelfstandigen kiezen er bijvoorbeeld voor om tijdens de laatste jaren voor de stopzetting al geleidelijk winsten uit te keren aan het verlaagd tarief.
Een alternatief is de vennootschap slapend te houden, bijvoorbeeld als beleggingsvehikel. Je sluit dan geen contracten of facturatie meer af, maar laat het vermogen rustig renderen binnen de structuur. Dit vergt wel jaarlijks nog een minimum aan boekhouding en kosten, maar kan op lange termijn fiscaal voordeliger zijn.
Voor wie de pensioengerechtigde leeftijd nadert of zijn zelfstandige activiteit wil afbouwen, is het slim om hierover vroeg genoeg met je boekhouder en een financieel planner rond de tafel te zitten. Eén verkeerde stap en je ziet jaren rendement wegsmelten onder een fiscale tsunami.